h

Gemeenteraad stemt in met moderne slavernij

15 december 2010

Gemeenteraad stemt in met moderne slavernij

Deze week stelde de raad een nieuwe verordening vast die ervoor zorgt dat mensen onder het Wettelijk Minimum Loon aan het werk gezet worden. De voorstellen van de SP om deze asociale plannen af te wenden werden keihard afgewezen.

SP stelde voor om het aan het werk zetten van mensen met een bijstandsuitkering te maximeren op drie maanden. Na deze termijn moeten mensen een echt salaris krijgen conform het Wettelijk Minimum Loon. De gemeenteraad oordeelde anders en introduceert een nieuwe vorm van slavernij. Een maand werken voor €650 netto.

Fractievoorzitter Martijn Stekelenburg hield een vlammend betoog om grote problemen te voorkomen. “Voorzitter, het activeren van mensen in een uitkeringssituatie en het begeleiden van deze mensen naar betaald werk en economische zelfstandigheid, is een groot goed. Geen zinnig mens is daarop tegen, op voorwaarde dat er een zorgvuldige regeling onder het beleid ligt”

Ook de secundaire arbeidsvoorwaarden moeten goed zijn geregeld en daar had SP voorstellen voor. Ook deze voorstellen strandden helaas. De gemeenteraad bleek weinig oog en oor te hebben voor de rechten van werkende mensen. De SP was de enige partij die kleur bekende bij de stemming.

Lees hieronder het hele SP-betoog:

Voorzitter, in de voorbereidende raadsbijeenkomst gaf mijn fractie al aan dat het een goede zaak is dat participatie hoog op de agenda komt in Nieuwegein.

De SP heeft twee problemen met de voorliggende regeling. Al eerder gaven wij aan dat wij een gat zien tussen de hoogte van de bijstandsuitkering en de hoogte van het Wettelijk Minimum Loon. Wanneer mensen in een participatiebaan langdurig aan het werk gezet worden met behoud van uitkering en een symbolische stimulerende bonus, dan gaat dit zeer in tegen de principes voor het Wettelijk Minimum.

De redenering dat ‘je moet werken voor je uitkering’ is kortzichtig en tegenstrijdig. Mensen hebben er niet om gevraagd om zonder werk te zitten. Daarnaast hebben we niet voor niets een wettelijk minimum ingesteld. Er ontstaat in Nederland al steeds meer armoede onder mensen die full time werken. Van een loon op het wettelijk minimum kun je nauwelijks rondkomen, laat staan een gezin onderhouden. Rondkomen van een uitkering is al helemaal onmogelijk, aangezien de koopkracht van de uitkeringen al decennia achtergebleven is bij de ontwikkeling van de lonen. Leven van een uitkering op lange termijn tast de menselijke waardigheid en solidariteit aan.

Op zichzelf is dit een discussie die niet perse nu gevoerd hoeft te worden. Maar hij wordt actueel wanneer we het bijstandsniveau voldoende achten om mensen er langdurig voor te laten werken. Dit raakt echt de fatsoensnormen en de wettelijke normen. En dit heropent dus de discussie over wat menselijk en sociaal is.

Degenen die vinden dat je ‘maar moet werken voor je uitkering’, beseffen zich niet welk geweld ze doen aan de criteria voor het bestaansminimum. Een glijdende schaal treedt in, en ik zie al snel gebeuren dat het wettelijk minimum naar beneden bijgesteld zal worden. Hoewel dat nog niet in de wet vastligt, is de eerste stap al genomen wanneer je mensen onder het minimum laat werken. De rest is een kwestie van tijd. Hier ligt een appél op ons om principieel te zijn.

Precies daarom voorzitter dienen we een amendement in om de duur van het werken onder het minimum te beperken tot drie maanden. Op deze manier biedt je een goede stimulans en kun je mensen activeren. Daarnaast is er vanuit de samenleving een duidelijk signaal dat bij arbeid een minimale beloning past. Tijdelijk werken onder het minimum vanuit oogpunt van participatie: een volmondig JA van de SP. Permanent werken onder dit minimum: Dat dus NOOIT.

Voorzitter, als het gaat om de omstandigheden waarin mensen met een participatiebaan gaan werken, mag er geen verschil zijn met reguliere werknemers. De primaire arbeidsvoorwaarden, het loon, daar hebben we het net over gehad. Maar de secundaire voorwaarden blijven onbesproken in de verordening. Dat terwijl ze voor mensen waarvoor de regeling bedoeld is, van even groot belang zijn. Denk aan reiskostenregelingen, ziektekostenregelingen of regelingen voor studiemogelijkheden of sporten via het werk. Allemaal evengoed belangrijk, zeker ook voor mensen die aan het re-integreren en aan het participeren zijn.

Onze mening is dat we de mensen met een participatiebaan dezelfde rechten moeten geven op deze secundaire voorwaarden. Als we ze plichten opleggen, mag daar wat tegenover staan. We dienen een amendement in om dit te regelen.

Het besluit dat wij vanavond nemen zal lang doorklinken in onze lokale sociale regelingen. Ten positieve laten we mensen niet aan de kant staan en activeren we mensen, die mogelijk al veel te lang achter de spreekwoordelijke geraniums zaten.

Een groter gevaar echter zit hem in de onzorgvuldigheid van de regeling en de ruimte die colleges wordt gelaten om mensen aan het werk te zetten onder condities die we eigenlijk niet acceptabel achten, gezien het wettelijk vastgestelde minimum voor arbeid.

De regeling die we vaststellen mag geen ruimte laten aan welk college dan ook om zelf te bepalen wat menselijk en sociaal aanvaardbaar is. Dat is aan de raad als kaderstellend orgaan. Ik reken op de visie, de zorgvuldigheid en de medemenselijkheid van deze raad wanneer zij onze amendementen interpreteert.

Dank u wel.

U bent hier