SP stelt vragen over veiligheid sneltram
SP stelt vragen over veiligheid sneltram
Naar aanleiding van het ongeluk op 28 juli waarbij een Nieuwegeinse inwoonster om het leven kwam, stelt SP vragen over de veiligheid van het sneltramtraject in Nieuwegein. SP wil weten wat de gemeente gaat doen om de veiligheid te verbeteren op de oversteekplaatsen van de tramhaltes. Het lijkt er vooralsnog niet op dat de gemeente van plan is op korte termijn actie te ondernemen. In de afgelopen jaren zijn regelmatig ernstige ongevallen voorgekomen. Lees verder voor de vragen die SP aan het college van B&W voorlegt.
Geacht college,
Op 28 juli vond een tragisch ongeval plaats met de sneltram bij de tramhalte Fokkesteeg waarbij een 82 jarige vrouw kwam te overlijden. In het Algemeen Dagblad van 9 augustus j.l. was te lezen dat diverse tramchauffeurs zich ernstig zorgen maken over de veiligheid van een aantal oversteekplaatsen op het Nieuwegeinse sneltramtraject. Ook was een uitspraak van wethouder Lubbinge te lezen over de wens om de veiligheid te verbeteren en dat in een eventuele vernieuwing van het tramspoor mee te nemen. Daarnaast werd in het artikel aangegeven dat de gemeente IJsselstein bij de aanleg van het sneltramtraject geëist heeft dat alle oversteekplaatsen afdoende beveiligd zouden worden. De nabestaanden van het slachtoffer zijn van mening dat iedere oversteekplaats voorzien zou moeten zijn van een geluids- en lichtsignaal bij naderende trams.
In het Algemeen Dagblad van 10 augustus j.l. staat te lezen dat de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) pleit voor een onderzoek naar de veiligheid van de sneltramverbinding en dat dat onderzoek er snel moet komen. Ook het SWOV onderschrijft het belang van zowel licht- als geluidssignaleringen. Het SWOV meldt tevens dat de eisen voor veiligheid en signalering sinds het aanleggen van het sneltramtraject sterk zijn veranderd. Wethouder Reusch meldt in het artikel zich hard te maken in het BRU voor een onderzoek naar de veiligheid.
De SP-fractie heeft naar aanleiding van het bovenstaande de volgende vragen:
1. Welke acties heeft het college ondernomen na het bovengenoemde ongeval op 28 juli? Is er hierbij contact gezocht met de nabestaanden? Zo nee, waarom niet?
2. In het krantenartikel geeft een van de nabestaanden aan dat wethouder Lubbinge al voor het afronden van het onderzoek van het ongeval in de media de
uitspraak deed dat een dergelijk ongeval niet voorkomen had kunnen worden. Klopt deze bewering? Zo ja, waarom heeft de wethouder het onderzoek niet afgewacht?
3. Deelt het college de mening van de nabestaanden en de trambestuurders dat de veiligheid van het sneltramtraject te wensen overlaat? Zo nee, waarom niet?
4. Op welke wijze zal het college zich hard maken voor een onderzoek naar de veiligheid? Wat gaat het college doen wanneer het BRU geen aanzet doet tot een dergelijk onderzoek?
5. Welke mogelijkheden ziet het college überhaupt om de oversteekplaatsen van de sneltram beter te beveiligen? Gaat het college acties uitzetten om de veiligheid te verbeteren? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
6. Is het college van plan bij het verlenen van nieuwe OV-concessies via het BRU strengere veiligheidseisen in het bestek op te laten nemen? Zo nee, waarom niet?
7. Hoe ziet het college haar verantwoordelijkheid als het gaat om het garanderen van de verkeersveiligheid met betrekking tot het sneltramtraject in relatie met het BRU en Pro Rail en het overgaan aan het einde van het jaar van de verantwoordelijkheid voor de infrastructuur van Pro Rail naar het BRU?
